toevoegen scenario's uitwisseling

docs/representations/h/4.md

@@ -31,6 +31,32 @@ Daarom rechtvaardigt de intrinsieke eigenschappen van RDF, gericht op semantisch
 De huidige praktijk van de NLCS beheerder is dat NLCS symbolen, arceringen en lijnen worden aangeboden in gesloten formaten zoals DWG en DGN, een potentieel obstakel voor toetreding tot de standaard voor andere softwareleveranciers. In andere software moeten niet alleen blocks worden gemaakt van de lijnen waaruit het symbool is opgebouwd, maar moet bijvoorbeeld ook een centerpoint worden gemaakt om het symbool juist te kunnen plaatsen.
 Ook is het zo, dat de functionaliteit om vanuit de beheerde DWG symbolen naar DGN symbolen te gaan, wordt geleverd door derden. Dit heeft als risico, dat als deze functionaliteit niet meer beschikbaar is, de beheerder alleen een gesloten formaat ter beschikking heeft. 
 
+## Uitwisselingsscenario's hoog over
+
+### Scenario 1 2D CAD model overnemen in CAD
+In Scenario 1 wordt een 2D CAD model uitgewisseld tussen twee verschillende applicaties (in de huidige situatie zijn dit bijvoorbeeld AutoCAD en Microstation) Daarin zijn objecten gerepresenteerd met geometrische vormen: lijnen, symbolen, punten en vlakken. Van elke geometrische vorm is indirect bekend welk "NLCS objecttype" bedoeld wordt:
+* Er is bekend wat de NLCS laagnaam is
+* Er is bekend welk symbool geplaatst is (naam van gebruikt NLCS symbool).
+Daarnaast kan een vlak gevuld zijn met een "NLCS arceringstype", een lijn kan een "NLCS lijnstijltype" hebben, de geometrische vormen kunnen "NLCS kleurtypen" hebben. Deze arceringen, lijntypes en kleuren moeten herkend worden in de andere applicatie. 
+
+
+### Scenario 2 2D CAD model overnemen in GIS
+In scenario 2 wil een beheerder de geometrische representatie van objecten overnemen in een GIS beheeromgeving. Daarbij is wenselijk om de geometrische vormen, arceringen, lijnstijlen en kleuren over te kunnen nemen én het NLCS objecttype te kunnen herkennen net als in scenario 1.
+Daarnaast wil een beheerder mogelijk herkennen welke "bewerking" is uitgevoerd en welke "status" het object heeft, dit staat op dit moment aangegeven in de laagnaam.
+* Met de status "nieuw" weet een beheerder dat deze geometrie bewaard moet blijven
+* Met de status "bewerking" kan een beheerder afleiden, dat een object bijvoorbeeld is gereinigd of versteld en dit registreren als uitgevoerde maatregel.
+
+
+### Scenario 3 2D CAD model bevragen
+In scenario 3 wil een aannemer controleren of een bestek en het bijbehorende bestekstekening (2D CAD model) overeen komen. Een aannemer krijgt een bestekstekening (een 2D CAD model op basis van NLCS) samen met een RAW bestek. De vraag is: komt het werk dat beschreven wordt in het bestek overeen met het werk dat getekend is in het 2D CAD model? Daarvoor is het cruciaal om te kunnen herkennen welke status een object heeft, en welke bewerking het heeft.
+* Voorbeeld bewerking: de aannemer wil van alle "stoepbanden" op de tekening weten welke "versteld" (bewerking) moeten worden. Dit kan hij dan vegrelijken met het bestek: worden evenveel te verstellen stoepbanden vermeld in het bestek als op tekening staan.
+* Voorbeeld status: de aannemer wil van alle "stoepbanden" op de tekening weten welke "nieuw" (bstatus) zijn. Dit kan hij dan vegrelijken met het bestek: worden evenveel nieuw te plaatsen stoepbanden vermeld in het bestek als op tekening staan.
+
+### Scenario 4 3D CAD model overnemen
+In Scenario 4 wordt een 3D CAD model uitgewisseld tussen twee verschillende applicaties (in de huidige situatie zijn dit bijvoorbeeld ? en ?) Daarin zijn objecten gerepresenteerd met geometrische 3D vormen. Daarbij moet bekend zijn welk NLCS objecttype wordt bedoeld met deze vorm, welke bewerking en welke status deze heeft. 
+
+### Scenario 4 CAD plus beheerdata
+In scenario 5 wil een beheerder niet alleen het 2D CAD model ontvangen en herkennen welk objecttype het is met welke bewerking en status, maar ook bijbehorende beheerdata, zoals attributen of door beheerder geïndentificeerde samenvoegingen (bijvoorbeeld een aggregatie van objecten voor een conditiescore conform de NEN 2767). De relatie tussen de geometrische vorm (de representatie) en het administratieve object (asset nummer x) moet duidelijk zijn. Het kan daarbij zijn, dat meerdere geometrische vormen samen één administratieve asset vormen, of dat één geomterische vorm, bijvoorbeeld een as van een weg, aan meerdere administratieve objecten wordt gekoppeld (bijvoorbeeld aan een aantal 100 m wegvakken vanuit het oogpunt van de beheerder).
 
 ## Onderzoeksvragen